De firma Fabritius uit Düsseldorf bouwde voor deze kerk in 1908 een nieuw instrument van 24 registers met pneumatische transmissie. In 1976 werd dit instrument door de firma Seifert uit Kevelaer op een radicale wijze getransformeerd waarbij het oorspronkelijke klankbeeld omgebogen werd in neobarokke zin. Er werd een nieuw rugpositief aan het instrument toegevoegd, de originele windladen werden vervangen door nieuwe laden met elektrische transmissie en ook verdwenen er verschillende grondspelen om plaats te maken voor mixturen en hoge aliquoten.
Verschillende technische problemen alsook het duidelijk gebrek aan homogeniteit van dit orgel motiveerden de beslissing om het concept van dit instrument bij de werken van 2006 op radicale manier te wijzigen en zelfs opnieuw te plannen. Voor het hoofdwerk en het zwelwerk werd weer aangeknoopt bij de originele romantische klankkleur. De bewaarde neobarokke registers werden op het rugpositief geplaatst. Deze renovatie werd toevertrouwd aan de firma Schumacher en kan op de volgende manier samengevat worden:
Het rapport van de oplevering van de werken door de verantwoordelijke van het Bisdom, Eckhard Isenberg, vatte het resultaat op de volgende manier samen: “Over het algemeen beschikt dit orgel over een verwonderingwekkende rijkheid aan dynamische mogelijkheden. Vertrekkende van klanken die bijna niet waar te nemen zijn (bourdon 8’ met gesloten zwelkast) over een waaier van 8’ grondstemmen (met mogelijkheid voor een 16’ koppeling) tot aan het imposante tutti biedt dit instrument alle mogelijkheden. Wie dit instrument gekend heeft voor de renovatie zal denken dat er een nieuw instrument gebouwd is. Nochtans, vertrekkende van bestaande registers en met toevoeging van enkele nieuwe registers is men erin geslaagd om een concept te creëren dat weinig te wensen overlaat. Het is een model voor het benaderen van structuren die gewijzigd werden in de loop der tijd. Met respect voor de twee periodes gedurende dewelke dit instrument tot stand kwam, is men erin geslaagd om een nieuwe creatie te maken.”
Hauptwerk I
Bordun 16'
Prinzipal 8'
Gemshorn 8'
Harmonieflöte 8'
Prestant 4'
Quinte 2 ⅔'
Oktave 2'
Mixtur IV
Trompete 8'
Manualkoppel II / I
Manualkoppel III / I
Subkoppel III / I 16'
Rückpositiv II
Gedackt 8' Holz
Prinzipal 4'
Flöte 4'
Waldflöte 2'
Quinte 2 ⅔'
Terz 1 ⅗'
Krummhorn 8'
Tremulant
Manualkoppel III / II
Schwellwerk III
Prinzipal 8'
Salicional 8'
Gedackt 8'
Prinzipal 4'
Traversflöte 4'
Dolkan 2'
Vox coelestis 8' c°
Trompette harm. 8'
Klarinette 8'
Oboe 8'
Tremulant
Subkoppel III / III 16'
Pedal
Prinzipal 16'
Subbass 16'
Oktavbass 8'
Gedecktbass 8'
Choralbass 4'
Posaune 16'
Trompete 8'
Pedalkoppel I / P
Pedalkoppel II / P
Pedalkoppel III / P