Klassieke proporties en modellen lagen aan de basis van het meubelontwerp: een verjongend basement, waarboven vijf velden met twee zijtorens en een hoge middentoren. Het ambachtelijk vervaardigd snijwerk van de blindering verleent het geheel een persoonlijk, eigentijds cachet.
Dispositie, mensuratie en intonatie leunen aan bij de laat-barokke Zuid-Nederlandse traditie. De manuaalwerken zijn opgesteld op een gecombineerde lade, en worden via twee angehangen tracturen bediend.
Hoofdwerk
Prestant 8'
Roerfluit 8'
Oktaaf 4'
Doublette 2'
Mixture III
Trompet 8' bas / disc.
Positief / Hoofdwerk
Positief
Gedekt 8'
Fluit 4'
Nazard 2 ⅔'
Veldfluit 2'
Tierce 1 ⅗' disc. c'
Sifflet 1'
Pedaal
Subbas 16'
Hoofdwerk / Pedaal
Positief / Pedaal