In 1834 werd een nieuw orgel vervaardigd door Theodoor Smet (1782-1853) uit Duffel. Dit orgel was een één-klaviersorgel. Precieze gegevens over het orgel ontbreken. In 1859 werd een eerste verbouwing door Jean Corneille Charles Delhaye uitgevoerd met de wijziging van enkele spelen.
In 1891 werd het orgel dan door Petrus Stevens-Vermeersch uitgebreid tot een instrument met 2 manualen en de kast werd toen in twee delen opgesteld, rechts en links van het westraam.
Het restauratieconcept: de reconstructie van de toestand in 1834 van T. Smet is de meest haalbare en historische verantwoording. Hiervoor moeten we de opgedeelde orgelkast opnieuw samenbrengen tot één geheel, waarbij de gewijzigde elementen, hetzij verwijderd, hetzij gerestaureerd worden. Het gerestaureerde orgel zal, zoals eertijds, weer een één klaviersorgel worden.
De klaviatuur, mechanieken en windvoorziening moeten nieuw worden vervaardigd, naar het voorbeeld van bestaande Smet-orgels

Dispositie

Manual

 

Montre 8'

Viola di Gamba 8'

Bourdon 8'

Prestant 4'

Flûte 4'

Viola 4'

Doublette 2'

Flageolet 2'

Plein Jeu

Trompette 8'

 

Pedal

fixed coupler

Plaats
Herentals, Begijnhof St-Catharina
Bouwjaar
1834
Orgelbouwer
Smet/Vermeersch/Schumacher
Dispositie
I-P, 11