In 1784-1785 bouwden de Maastrichtse orgelmakers Binvignat & Houdtappel een orgel voor de parochiekerk van Montzen. Hierbij recupereerden ze een gedeelte van het vorige instrument.
In 1889-1890 werd dit orgel uitgebreid door de destijds befaamde orgelmakers Pereboom & Leijser, eveneens uit Maastricht.
In praktijk bouwden de Maastrichtenaren echter een nagenoeg nieuw instrument.
Enkel de kas uit 1784 en één derde van het pijpenbestand uit het Binvignat-Houdtappelorgel werd overgenomen.
De uitstekende reputatie van Pereboom en Leijser in hun tijd wordt bevestigd door de kwaliteit van het pijpwerk.
Hierbij valt de rijke keuze aan grondstemmen en tongwerken op.
Grand-Orgue
C – g '''
Bourdon 16'
Montre 8'
Flûte harmonique 8'
Bourdon 8'
Viole de Gambe 8'
Prestant 4'
Doublette 2'
Fourniture III
Cornet V c #'
Trompette 8'
Forte
GO / Récit
Récit expressif
C – g '''
Diapason 8'
Salicional 8'
Bourdon 8'
Voix Céleste 8' c°
Flûte 4'
Trompette 8'
Basson / Hautbois 8'
Voix Humaine 8'
Tremblant
Pédale
C – d '
Soubasse 16' (from GO)
Flûte 8' (from GO)
Bombarde 16'
GO / Pedale
Récit / Pédale