De restauratie van het grote Walckerorgel van de Abdij Ter Kameren betekent voor de Belgische orgelbouw een première aangezien het gaat over het eerste orgel met een elektrische tractuur dat werd erkend als een beschermd monument en tevens dat zulk een instrument gerestaureerd werd volgens de criteria van een beschermd monument.
Onder invloed van de beroemde kanunnik Van Nuffel van het Lemmensinstituut werd er in 1930 geopteerd voor de constructie van een instrument met een elektrische tractuur, hetgeen voor die tijd in feite het summum van vooruitgang op vlak van orgelbouw betekende. De orgelkasten werden uitgevoerd door de gebroeders Georges en Michel Verstraete van Rumbeke. Ook hier werd een vooruitstrevende keuze gemaakt: de verantwoordelijken opteerden voor een resoluut moderne orgelkast zonder frontpijpen.
Flor Peeters verzorgt de plechtige inspeling van het nieuwe instrument op 7 maart 1931.
Grand-Orgue
Bourdon 16'
Montre 8'
Salicional 8'
Bourdon 8'
Prestant 4'
Flûte ouverte 4'
Doublette 2'
Cornet 8' III-V
Trompette 8'
II / I
III / I
Super II / I
Super III / I
Sub III / I
Positif expressif
Principal 8'
Flûte harmonique 8'
Quintatoen 8'
Principal 4'
Cor de chamois 4'
Nazard 2 ⅔'
Piccolo 2'
Tierce 1 ⅗'
Larigot 1 ⅓'
Voix humaine 8'
Tremolo
III / II
Super II / II
Sub II / II
Récit expressif
Quintatoen 16'
Montre Violon 8'
Bourdon doux 8'
Gambe 8'
Voix Céleste 8'
Flûte octaviante 4'
Octavin 2'
Fourniture III-IV
Bombarde 16'
Trompette 8'
Hautbois 8'
Clairon 4'
Super III / III
Sub III / III
Tremblant
Pédale
Contrebasse 16'
Soubasse 16'
Bourdon 16'
Octave 8'
Violoncelle 8'
Flûte 4'
Bombarde 16'
Trompette 8'
I / P
II / P
III / P
Super III / P
Range: Manuals 61 notes C-c'''' – Pedal 32 notes C-g'
Accessories: 4 fixed combinations – general crescendo
Case : Oak