Het orgel van Paal is een éénklaviersorgel met 11 registers en aangehangen pedaal. Het werd in 1835-1836 vervaardigd door Jean-Joseph Delhaye uit Antwerpen. Deze orgelmaker vertegenwoordigt de voorlaatste generatie van een orgelmakersfamilie, die in de Zuidelijke Nederlanden actief was van het begin van de 18de tot het midden van de 19de eeuw. Stilistisch situeert het geslacht Delhaye zich in de periode van de laatbarok en de overgang naar de romantiek. Jean-Joseph Delhaye bouwde zo'n veertig orgels, waarvan er enige bewaard bleven. Het instrument van Paal is één der gaafste restanten, omdat het nog zoveel origineel materiaal bevat.
Alle oorspronkelijke elementen werden zorgvuldig gerestaureerd, en het ontbrekende pijpwerk gereconstrueerd. De vermoedelijk niet originele onderkas werd vervangen door een nieuw basement, dat duidelijk in eigentijdse vormgeving geconcipieerd is. Toch harmonieert de nieuwe onderbouw volkomen met de oude bovenkas. In het basement werd een kleine magazijnbalg opgesteld. Het orgel komt ten volle tot zijn recht op zijn nieuwe locatie. Het werd immers overgeplaatst van het doksaal naar het linker transept, dat daartoe volledig werd heringericht.
Hoofdwerk
C – f '''
Bourdon 8'
Prestant 8' superius c#'
Prestant 4'
Roefluit 4'
Nazard 3'
Oktaaf 2'
Veldfluit 2'
Mixture IV
Cornet V
Trompet 8' bas / discantus
Basson 8' bas / Hobo 8' discantus
Tremulant
Pedaal
C – d '
Hoofdwerk / Pedaal