De Onze-Lieve-Vrouw-Bezoeking parochie van Godsheide-Hasselt kwam in 1869, elf jaar na de bouw van de kerk, voor het eerst in haar geschiedenis in het bezit van een orgel.
Het werd door Peter-Jan Vermeulen (1830-1910) uit het nederlandse Weert vervaardigd. De dispositie is karakteristiek voor de toenmalige regionale orgelbouw: er is een breed spectrum aan grondstemmen; slechts één 2-voetsregister op ieder werk zorgt voor enige opheldering, hetgeen nog verrijkt wordt met telkens één tongwerk.
Het rijzige meubel uit eik bestaat uit een facade, opgesteld voor een boogvormige torennis.
Stilistisch worden hier op geslaagde wijze neo-Romaanse en neo-Byzantijnse elementen met elkaar vermengd.
In de loop van zijn geschiedenis onderging het orgel slechts weinig veranderingen, onafgezien van de plaatsing van een nieuwe blaasbalg en een elektrische ventilator, en enkele ongelukkige dispositiewijzigingen. In het jaar 1975 werd het orgel als monument beschermd.
Het restauratieconcept beoogde de reconstructie van het oorspronkelijke klankenpalet. Vanuit die optiek werden onder meer diverse niet-originele transmissies in het groot octaaf ongedaan gemaakt. Tevens werd op het positief de euphone 8' gereconstrueerd; dit is een doorslaand tongwerk, waarvan in deze streken nog maar zeer weinig exemplaren bewaard bleven. Bepaalde mechanische constructies waren zo gebrekkig geconcipieerd dat verbeteringen zich opdrongen, om op lange termijn het betrouwbaar functioneren van dit orgel te kunnen verzekeren. De toetstracturen, grotendeels geconstrueerd met rechtstreekse verbindingen tussen klaviertoetsen en windladeventielen, werden aanzienlijk verbeterd door het plaatsen van wellenborden.
De positieflade, die als nevenwerk achter het hoofdwerk opgesteld is, werd verder naar achter verschoven, om de al te smalle stemgang te verbreden. In het basement van de kas werd een nieuwe blaasbalg, met dubbele vouw geplaatst, naar een historisch voorbeeld vervaardigd. Alle andere delen werden nauwgezet en strikt historisch gerestaureerd. De intonatie leverde de ontdekking op van een onverwacht boeiende, laat-19de-eeuwse kleurenwereld. Vooral opmerkelijk zijn de fijne nuances waarmee de grondstemmen van elkaar verschillen. De krachtige hoofdwerktrompet contrasteert sterk met de weke toon van de euphone. Dit orgeltype blijkt bijzonder geschikt voor liturgisch gebruik en voor de vertolking van kleine romantische composities.
Grand-Orgue
C – g '''
Montre 8'
Bourdon 16'
Viola di Gamba 8'
Prestant 4'
Bourdon 8'
Miliphona 4'
Fluit travers 4' sup.
Fluit 4'
Octaaf 2'
Cornet V
Trompet 8' bas / sup.
Positif
C – g '''
Euphona 8' bas / sup.
Piccolo 2'
Fugara 4'
Bourdon 8'
Salicional 8'
Pedalier
C – g °
Tirasse fixe GO