Eupen (B) | Vredeskerk

Sinds het beëindigen van de bouwwerken aan de kleine protestantse kerk van Eupen in 1855 bevond zich in dit gebouw een eenklaviersinstrument van F.W. Sonreck uit Keulen. Na reparatiewerken in 1897 werd dit orgel in 1901 als te klein beschouwd. Men vond tevens dat het instrument van ontoereikende kwaliteit was voor de nieuwe eisen die eraan gesteld werden. In 1907 werd dus een bestelling gedaan bij de firma E.F.Walcker die op dat moment bestuurd werd door Paul et Eberhard Walcker. Deze firma verbond zich ertoe een nieuw instrument met volledige pneumatische transmissie te bouwen voor de kerk van Eupen. Het nieuwe instrument zou het opusnummer 1371 dragen en werd, voor de plaatsing in Eupen, kortstondig voor het « Stuttgarter Musikfest » gebruikt. Aan het begin van de jaren ’60 ondergaat het instrument een erg onhandige “barokisering” door het verwijderen van strijkers ten voordele van hoge aliquoten. De toestand van het instrument werd alsmaar zorgwekkender en uiteindelijk wordt in de jaren ’70 de speeltafel van het instrument losgekoppeld. Deze speeltafel zal enkele jaren later definitief verdwijnen.

 

In 1996 werd het instrument als eerste pneumatisch instrument beschermd. Bij de grondige restauratie van 2004 werd getracht de originele toestand van het instrument zoveel mogelijk te benaderen. Ze werd uitgevoerd door de firma Schumacher in samenwerking met het atelier van Jan Drozdowicz uit Poznan (Polen). Deze laatste firma kopieerde de speeltafel van het Walckerorgel uit Poznan-Jezycze (1900) en kon ook elementen van Poolse speeltafels van Walcker gebruiken. De verdwenen registers Äoline, Voix céleste en Dolce werden gereconstrueerd op basis van de originele afmetingen van de pijpen. Bij de restauratie van dit instrument werd een van de grote principes voor de restauratie van pneumatische orgels gevolgd, namelijk het ter plaatse restaureren van de windladen. Dit is noodzakelijk omwille van het feit dat deze onderdelen van een pneumatisch instrument zeer gevoelig zijn aan klimaat- en vochtigheidsveranderingen in de omgevende atmosfeer. Gezien het feit dat de orgelkast noch de windladen volledig ontmanteld werden, moest ook de grote blaasbalg (die zich in de onderkast bevindt) ter plekke gerestaureerd worden. De nieuwe ventilator bevindt zich in de toren maar zuigt lucht aan vanuit het schip van de kerk.

 

Dispositie

Hauptwerk

C – g '''

 

Bourdon 16'

Principal 8'

Viola di Gambe 8'

Hohlflöte 8'

Quintatön 8'

Dolce 8'

Octav 4'

Rohrflöte 4'

Octav 2'

Mixtur IV 2 '

Trompete 8'

 

Schwellwerk / Hauptwerk

Suboctavcoppel II / I

Superoctavcoppel I / I

 

Schwellwerk

C – g '''

 

Lieblich Gedackt 16'

Gemshorn 8'

Lieblich Gedackt 8'

Concertflöte 8'

Viola 8'

Aeoline 8'

Voix céleste c° 8'

Salicet 4'

Flauto dolce 4'

Piccolo 2'

 

Pedal

C – f '

 

Violon 16'

Subbass 16'

Bourdon 16' (HW)

Lieblich Gedackt 8' (SW)

Violon 8' (ext. Violon 16')

Cello 8' (SW)

Posaune 16' (ext. Trompete 8' HW)

 

Hauptwerk / Pedal

Schwellwerk / Pedal 

Crescendo

 

Plaats
Eupen (B)
Bouwjaar
1907 / 2004
Orgelbouwer
Eberhard Friedrich Walcker / Guido Schumacher
Dispositie
II – P, 27