Volgens de archieven werd het orgel van Vremde gebouwd in 1885 door Petrus Stevens-Vermeersch die voor dit orgel ouder pijpwerk van Theodoor Smet uit Duffel gebruikte. Jef Braekmans, adviseur bij deze restauratie, kwam echter voor een verassend feit te staan: een belangrijk deel van het pijpwerk van dit orgel (niet minder dan 14 registers), was van oudere afkomst en wel van de hand van François-Egide Van Peteghem.
De oude frontpijpen die gedeeltelijk bewaard waren gebleven duidden op een structuur met Hoofdwerk en Onderpositief zoals die bewaard is gebleven in de orgels te Hemiksem, Aartselaar en Schelle die allen gebouwd werden tussen 1775 en 1780.
Het restauratieproject oriënteerde zich vanaf dat moment in de richting van de reconstructie van een orgel in de stijl van Van Peteghem. Het orgel moet als een nieuw instrument beschouwd worden op vlak van de kast en van de technische delen maar als een restauratieproject wat betreft het grootste deel van het pijpwerk.
Positif I
C – f '''
Bourdon 8'
Flûte 4'
Doublette 2'
Fourniture II
Sesquialter II sup.
Cromorne 8'
Grand-Orgue II
C – f '''
Bourdon 8'
Prestant 4'
Flûte 4'
Nasard
Doublette 2'
Tierce
Fourniture II
Cimbal II
Cornet V
Trompette 8'
Hautbois sup. 8'
Clairon bas 4'
Positif / Grand-Orgue
Tremblant
Pédale
C - d°
Coupled to Great