Remlingrade (Radevormwald, D) | Evangelische Kerk

In deze protestantse kerk in het 'Bergisches Land' bevinden de drie typische Prinzipalstücke van een protestantse kerk zich boven elkaar: het altaar, de preekstoel en het orgel. Daarentegen brengt de Frans-barokke dispositie in het Bergische orgellandschap een nieuw element binnen.

 

De orgelkas stamt uit het jaar 1903, maar de schikking der frontpijpen geschiedde naar de logica van het nieuwe concept. Uit het voorgaande orgel uit de XIX de eeuw werden enkele grondstemmen gerecupereerd voor het tweede manuaal. De structuur is op historische voorbeelden geeïst: bovenaan het hoofdwerk, eronder het onderpositief en het pedaalwerk achter in de kas.

 

Dispositie

Positiv I

 

Gedeckt 8'

Quintade 8'

Prinzipal 4'

Nasat 2 '

Flöte 2'

Terz 1 '

Mixtur III

Krummhorn 8'

 

Tremulant

 

Hauptwerk II

 

Prinzipal 8'

Rohflöte 8'

Oktave 4'

Superoktave 2'

Mixtur III

Zimbel II

Kornett V

Trompete 8'

Clairon 4'

 

Pedal

 

Subbass 16'

Oktavbass 8'

Choralbass 4'

Trompete 8'

 

Positiv / Hauptwerk

Hauptwerk / Pedal

Positiv / Pedal

 

Plaats
Remlingrade (Radevormwald, D)
Bouwjaar
1987
Orgelbouwer
Schumacher
Dispositie
II – P, 21