Onze geschiedenis

Stephan Schumacher (º 1923, † 2002) werkte na zijn meubelmakersopleiding vooreerst in de werkplaats van zijn toekomstige schoonvader Leon Müllender in Eupen. In 1948 koos hij voor orgelbouw en werkte eerst gedurende vijf jaar bij Haupt in Lintgen (Luxemburg), daarna enkele maanden bij Stahlhut in Aken (Duitsland) en aansluitend gedurende drieënhalf jaar bij Verschueren in Tongeren (België).

 

Vanaf het begin vertoonde hij een levendige inventiviteit die hem zijn leven lang kenmerkte. Zijn eerste uitvinding was een register met bolvormige houten labiaalpijpen met een bijzonder rijke en ronde klank, dankzij hun kwartcirkel formaat. De eerste versie hiervan bevindt zich in het orgel van zijn geboortedorp Bütgenbach.

 

Eind 1956 besloot hij om zijn eigen zaak te starten en vestigde hij zich in zijn schoonvader's werkplaats aan de Werthplatz 45 in Eupen. Aanvankelijk werkte hij nauw samen met Nikolaus Loewen uit Luxemburg en hij speelde een doorslaggevende rol bij het ontwerp en de realisatie van de orgels in Elvingen, Bettembourg en Stadtbredimus.

 

Zijn eerste eigen instrumenten, nog met elektrische tractuur, ontstonden dan in de late vijftiger en vroege zestiger jaren in België in Tubeke, Gottignies en Grüfflingen. Zij werden overigens onder de naam Leon Müllender opgeleverd.

 

Vanaf midden jaren zestig volgde hij de ontwikkelingen in de moderne orgelbouw in België en de terugkeer naar het mechanische sleepladeorgel. Vervolgens ontwikkelde Stephan Schumacher een lange reeks kleine instrumenten, deels op raadgeving van professor Hubert Schoonbroodt, met wie een langdurige vriendschap ontstond.

 

Hij bouwde zijn eerste grote mechanische kerkorgels in 1966 in Saint-Nicolas bij Luik en in 1967 in Schönberg, waar hij tevens een andere uitvinding toepaste, de zogenaamde "Stülpdichtungen".

 

Grotere orders volgden voor de parochiekeren van Maria Hemelvaart in Kelmis, het Heilig Hart in Schoten, Sint-Jan in Wilrijk en Johannes de Doper in Remicourt. Hij bouwde zijn belangrijkste orgel met 40 registers over 3 manuelen en pediaal voor de parochiekerk van Sankt Vith.

Er werden talrijke kleine orgels gebouwd voor de Benelux-landen, Duitsland en Frankrijk, met name kistorgels, portatieven en studieorgels voor partikulieren en muziekacademies. Een ander deel van de activiteit was de bouw van geavanceerde huisorgels voor ervaren organisten, soms modern, soms barok geïnspireerd.

 

Een andere van zijn uitvindingen, de teleskoophulzen, werden ook wereldwijd verkocht.

 

Guido Schumacher (º 1957) studeerde orgel aan het Koninklijke Muziekconservatorium van Luik en beëindigde zijn studies in kunstgeschiedenis en musicologie aan de Universiteit van Luik "maxima cum laude" voor zijn eindverhandeling "De Luikse orgelbouw in de 18e eeuw – De Le Picard en Robustelly dynastie".

 

In 1981 treedt hij toe tot het vaderlijke bedrijf, wordt mededirecteur bij de omvorming tot "Orgelbouw Schumacher BVBA" en wordt directeur bij het terugtreden van Stephan Schumacher als directeur in 1988.

 

Maar zijn belangstelling beperkte zich niet enkel tot de hedendaagse orgelbouw en moderne materialen. HIj was ook geïnteresseerd in meer bijzondere en buitengewone instrumenten zoals regalen. Voortgaand op een oude gravure die in het Germanisches Nationalmuseum te Neurenberg bewaard wordt, ontwierp hij zijn "Terracotta Regaal" met bekers uit terracotta.

 

In ongeveer die tijd ontwikkelden zich de eerste contacten met Groot-Brittannië en kort daarna Ierland, waar intussen 14 Schumacher orgels staan, waaronder in de katholieke Heilige Mariakathedraal in Middlesbrough in het noorden van Engeland.

 

Een bijkomend aandachtspunt wordt de restauratie van historische orgels. De restauratie van het Pereboom & Leijser orgel van de Sint-Brixiuskerk in Homburg markeert het begin van een lange reeks van ongeveer 40 restauraties van instrumenten die voornamelijk als beschermd historisch erfgoed geklasseerd zijn.

 

Het eerste grote orgel dat onder leiding van Guido Schumacher gebouwd werd, staat in de Sint-Pieterskerk te Bastenaken en bevat 40 registers over 3 manualen en pedaal.

 

Het gebrek aan ruimte in de werkplaats in de Werthplatz 54 te Eupen was een belangrijke rem geworden op de ontwikkeling van het bedrijf en na een bestaan van 35 jaar verhuist het atelier naar het naburige Baelen et verdriedubbelt bijna de bedrijfsoppervlakte van ongeveer 400 m² tot 1.100 m². Reeds in 1994 werd een grote houten montagehal aangebouwd en in 1995 een tot dan toe ontbrekende pijpenmakerij geïnstalleerd. Dit werd mogelijk gemaakt door de aankoop van de pijpenmakerij van de firma Stahlhut in Aken (Duitsland) en een weinig later van het gereedschap van de pijpenmakerij van de firma Busch/Steffani/Gülke uit Roermond (Nederland).

 

Er worden belangrijke contacten gesmeed met Japan en in 1993 wordt voor de Sun City Hall in Itami in het kader van een groots opgezet cultureel uitwisselingsprograject een concertorgel gebouwd als tegenhanger van de in de partnerstad Hasselt aangelegde "Japanse tuin".

 

De daaropvolgende jaren werden gekenmerkt door de reconstructie van een aantal grote als historisch erfgoed geklasseerde orgels, zoals het "renaissanceorgel" in de Sint-Jakobskerk te Luik, het op de Midden-Duitse barok geïnspireerde orgel in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Sint-Truiden, het Rijnlands-Maaslandse Binvignat orgel uit 1793 in de kathedraal van Hasselt en het Vlaams-barokke Van Belle/Van Petegem-orgel in de Sint-Bertinuskerk te Poperinge.

 

Moderne orgelkassen hebben uiteraard ook veel belang bij de creaties van de werkplaats. Het orgel in 2010 gebouwd voor de Sint-Martinuskerk te Genk is daar een mooi voorbeeld van. De gekrulde vormen zijn een eigentijdse interpretatie van de barokke taal, die zich ook uit in de dispositie.

 

In de ontwikkeling van Orgelbouw Schumacher vormt 2011 opnieuw een belangrijke mijlpaal: een nieuwe verhuizing met terugkeer naar Eupen, naar een moderne en ruime werkplaats van 2.100 m², idyllisch gelegen aan de rand van het woud en langs een riviertje. De technische uitrusting wordt opnieuw verbeterd door de aanschaf van nieuwe machines en alle werkplekken krijgen duidelijk meer ruimte. Daarnaast kan de extern ondergebrachte opslag nu gegroepeerd worden op één locatie.

 

Bij de inhuldiging van de nieuwe werkplaats waren talrijke hooggeplaatste gasten aanwezig, waaronder een delegatie uit Estland om het orgel in opbouw te bewonderen voor de methodistische kerk in Tallinn, het "Hugo Lepnurm-Memorial-orgel".

 

Er volgen nog andere belangrijke restauratieprojecten in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Sint-Niklaas, in Sint-Brigida te Koersel, in Sint-Carolus-Borromeus in Antwerpen en de veel geprezen voltooiing van de restauratie van het Merklin/Schyven-orgel in de Sint-Bartolomeüskerk te Luik.

 

Met een team van 14 personen groeit Orgelbouw Schumacher uit tot de grootste orgelbouwer in België en in september 2014 wordt begonnen met de prestigieuze restauratieopdracht van het monumentale Schyven-orgel met vier manualen en 90 registers in de Antwerpse kathedraal.